Chronische overbelasting van de schouder, vaker optredende blessures of een val op de schouder kunnen tot breukjes en vroegtijdige slijtage (en artrose) van het AC-gewricht leiden. De klachten hierbij zijn vergelijkbaar met die van een Impingement-syndroom, vaak komen deze kwalen ook gelijktijdig voor. Pijnklachten ontstaan vaak bij het liggen op de schouder, dit geeft een doffe, trekkende pijn. In de vroege fase is enkel drukpijn van het AC-gewricht aanwezig, bij een vergevorderd ziektebeeld is vaak zwelling of deformeren van het gewricht zichtbaar.
Vaak kan bij het lichamelijk onderzoek door Uw orthopeed al een vermoeden uitgesproken worden, om het probleem aan te tonen moet echter een röntgenfoto, echo of (bij voorkeur) een MRI gemaakt worden.
CONSERVATIEVE THERAPIE:
In principe heeft een conservatieve behandeling altijd de eerste keuze. Naast ontlasten en koelen kunnen in de acute fase ontstekingsremmende medicijnen (NSAID’s) worden ingenomen.
Alternatief kan een locale injectie met cortison in het AC-gewricht gegeven worden. Indien dit goed werkt, kan een Hyaluronzuur-therapie verdere verlichting brengen voor de lange termijn.
OPERATIEVE THERAPIE:
Indien het niet tot duidelijke verlichting van de klachten komt na bovenstaande behandelingen, kan een operatie nodig zijn. Hier wordt danwel middels een artroscopie of een “wisselsnede” het gewrichtskapsel, versleten gewricht en worden de botuiteinden glad gemaakt, zodat een “nieuw gewricht” ontstaat (ca. 1 cm.).
Vaak is in combinatie een artroskopie van de schouder, met subacromiale decompressie (slijmbeurs verwijderen) noodzakelijk, daar deze problemen vaak tezamen voorkomen.
NA DE OPERATIE:
In de regel is een vroege functionele behandeling van de schouder mogelijk. Dit betekent, dat geen bandage of ontlasten van het gewricht noodzakelijk is. Een fysiotherapeutische behandeling is noodzakelijk. Met een behandelingsduur na een operatie voor de duur van 6 – 10 weken is te rekenen.